Verklarende woordenlijst
De volgende termen worden vaak gebruikt in documentatie van Rad Power Bikes.
Term |
Omschrijving |
Ah |
Afkorting voor "ampère/uur", een eenheid van de elektrische stroom per uur die kan worden geleverd door een accu. |
Inbusbit |
Een bit met een uitwendige zeskante kop De inbusbit is een soort dopsleutel die moet worden bevestigd aan ratelsleutel, momentsleutel of ander soortgelijk hulpstuk. |
wisselstroom |
Een fundamenteel principe van elektriciteit dat de beweging of stroom van een elektrische lading beschrijft. Wisselstroom (AC) verandert van richting en spanningspolariteit, en is de stroom geleverd door huisinstallaties/energiecentrales. Zie ook "gelijkstroom". |
amp |
Afkorting van "Ampère", de meeteenheid van elektrische stroom. |
amphr |
Afkorting voor "ampère/uur", een eenheid van de elektrische stroom per uur die kan worden geleverd door een accu. |
ampère |
Meeteenheid voor elektrische stroom. |
as |
Het onderdeel waarop de naaf in het midden van het wiel draait en dat is bevestigd aan het fietsframe. |
asvulring |
Een onderdeel dat op een as is geschoven om ruimte tussen componenten te creëren. |
backlight |
Achtergrondverlichting die zorgt voor verlichting van bijvoorbeeld een display. Voorbeeld: de LCD-displays op veel van de fietsen van Rad Power Bikes hebben achtergrondverlichting. Niet te verwarren met "achterlicht", het licht aan de achterkant van een voertuig. |
stelbout |
Een onderdeel om de kabel van een remhendel en remklauw dat kan worden gebruikt om de remkabelspanning af te stellen. |
botsbe-schermer |
Een stevig onderdeel dat een kwetsbaarder onderdeel (zoals een derailleur) beschermt tegen stoten. |
accu |
Een energiebuffer met componenten die een specifieke spanning en stroom leveren voor aandrijving van een elektromotor. |
accumeter |
Een indicator op het LCD-display die de geschatte hoeveelheid lading in de accu op dat moment weergeeft. |
accu-indicatorlampje |
Een indicator op het led-display die de geschatte hoeveelheid lading in de accu op dat moment weergeeft. |
accumanage-mentsysteem |
Een elektronisch circuit dat de accu beschermt voor een veilige werking. |
accuhouder |
Een houder op het frame waarop de accu is bevestigd en dat de accu verbindt met het elektrische systeem van de fiets. |
accuconnec-tor |
De aansluitcontacten aan het uiteinde van de accuhouder. |
lager |
Een set stalen kogels die wordt gebruikt om wrijving tussen bewegende delen te verminderen. |
bracketpot |
Een onderdeel in het fietsframe tussen de cranks van de pedalen, dat zorgt dat het crankstel kan draaien. |
trapas |
Een onderdeel in de bracketpot tussen de cranks van de pedalen, dat zorgt dat het crankstel kan draaien. |
rem |
Een mechanisme om een bewegend voertuig te vertragen of te stoppen. De remmen op Rad Power Bikes zijn mechanische schijfremmen, waarbij keramische remblokken in een remklauw tegen een metalen schijf op de naaf worden gedrukt als de remhendel wordt ingeknepen. |
remkabel |
De bedieningskabel tussen een remhendel en de remklauw. |
remklauw |
Een van de twee "tangen" die bij het voor- en achterwiel zijn gemonteerd. Wanneer een remhendel wordt ingeknepen, drukt de remklauw de remblokken tegen de remschijf om het wiel te remmen. |
remhendel |
Een bedieningshendel (aan elke kant van het stuur) voor de berijder om de fiets te remmen. |
remhendel-sensor |
Een sensor in de remhendel die een signaal naar de regeleenheid stuurt om het motorvermogen uit te schakelen als de hendel wordt ingeknepen. Zie ook "motoruitschakeling." |
remhendel-sensorkabel |
Een kabel die het elektrisch signaal van de remhendelsensor naar de regeleenheid stuurt wanneer een remhendel wordt ingeknepen om de stroom naar de motor te onderbreken. |
remlicht |
Een lampje op de achterkant van de fiets dat gaat branden wanneer er wordt geremd. Zie ook "achterlicht". |
remblok |
De componenten in een remklauw die tegen de remschijf worden gedrukt, waardoor de fiets door wrijving afremt, als de remhendel wordt ingeknepen. |
remschijf |
Een metalen schijf bevestigd aan de wielnaaf die tussen de remblokken draait. Wanneer een remhendel wordt ingeknepen, drukken de remblokken op de remschijf, waardoor wrijving ontstaat en de fiets afremt. |
borstelloze motor |
Een motortype dat mechanisch eenvoudiger is dan koolborstelmotor. |
kabelkap |
Een afneembare kap die kabels netjes en beschermd houdt. Niet te verwarren met buitenkabel (of kabelmantel) |
eindnippel |
Stuk metaal dat door middel van krimpen over het uiteinde van een metalen kabel is bevestigd om rafelen te voorkomen. Ook wel loodje of tonnetje genoemd. |
kabelgeleider |
Een (extra) beugel op een fiets. Gebruikt om een kabel (bijv. remkabel) op zijn plaats te houden |
buitenkabel |
De weerbestendige buitenmantel voor bescherming en bevestiging van de binnenkabel (bijv. remkabel). De buitenkabel is meestal een metalen spiraal met een kunststof beschermhoes. |
kabelklembout |
Een bout en ring die, wanneer ze worden vastgedraaid, een kabel op zijn plaats borgen. |
cadans |
Het tempo waarin de fietspedalen worden rondgetrapt. |
caliper |
Niet-fietsspecifieke term voor een van de twee "tangen" die zorgen voor het aandrukken van wrijvingsmateriaal tegen de zijkanten van een draaiend wiel of schijf. Meestal gebruikt in het meervoud (calipers) als term voor de hele component. Zie ook "velgrem", "schijfrem" en "hydraulische rem". |
remklauwadapter |
Een speciaal metalen verloopstuk voor montage van de remklauw aan een specifiek fietsframe. |
vaste sluitring |
Platte ring die aan een bevestigingselement (bijv. een bout) is gemonteerd en niet kan worden verwijderd. |
vaste veerring |
Veerring die aan een bevestigingselement (bijv. een bout) is gemonteerd en niet kan worden verwijderd. |
vaste ring |
Een ring die op de schacht van een schroef of bout is “voorgemonteerd” tijdens de fabricage en niet kan worden verwijderd. |
cassette |
De set tandwielen (kettingwielen) op het achterwiel Wanneer een berijder schakelt, verplaatst de derailleur de ketting naar een ander tandwiel op de cassette. Zie ook "vrijloop". |
askroonmoer |
Een moertype dat met een splitpen wordt geborgd. |
ketting |
Een lint van metalen schakels Bij een fiets vormt de ketting een ring die de kracht van de pedalen/voorste kettingblad overbrengt naar het achterwiel |
ketting-spanner |
Een mechanisme dat ervoor zorgt dat de ketting op juiste spanning blijft. |
kettingschakel |
Een afzonderlijk metalen element van de ketting. |
kettingblad |
Het metalen tandwiel op de crank, dat de ketting aandrijft als de berijder op de pedalen trapt. |
liggende achtervork |
Het gedeelte van het frame dat parallel loopt aan de ketting. |
achtervork-mannetje |
Onderdeel van het fietsframe dat extra stabiliteit geeft aan de liggende achtervork door de twee zijbuizen van de achtervork voor het achterwiel met elkaar te verbinden. Wordt ook wel "achtervorkbrug" genoemd. |
oplader |
Een apparaat om accu's op te laden. |
laadaan-sluiting |
Een stekkeraansluiting op de accu waarop de oplader aangesloten wordt voor het opladen van de accu. |
frame |
De basisconstructie van een voertuig. |
klembout |
Een type bout dat wordt gebruikt om een verstelbaar onderdeel vast te zetten op een vast onderdeel. |
woon-werkfiets |
Een fiets voor woon-werkverkeer in stedelijk gebied. |
conische veer |
Een spiraalveer met een conische vorm en een smalle en brede zijde. |
stekker |
Een koppelstuk om twee elektrische kabels met elkaar te verbinden. |
stekkerpen |
De metalen contactpennen in een stekker. |
regeleenheid |
Een grote, zwarte rechthoekige doos die het "brein" van de fiets bevat. De regeleenheid verzorgt de communicatie tussen de elektrische componenten en regelt de motor. |
splitpen |
Een dubbel gebogen metalen strip die als borging tegen lostrillen door een kroonmoer wordt gestoken. Zie ook "askroonmoer". |
crank |
Een van de twee metalen armen die elk pedaal met het kettingblad/trapas verbindt om de fiets vooruit te bewegen tijdens het trappen. |
crankarm |
Een van de twee metalen armen die elk pedaal met het kettingblad/trapas verbindt om de fiets vooruit te bewegen tijdens het trappen. |
crankstel |
Het draaiende deel van een aandrijflijn bestaande uit het voorste kettingblad, cranks en pedalen. Door het crankstel kan de fiets vooruit bewegen als een berijder trapt. |
dwarsstang |
De horizontale buis tussen de twee uiteinden van een hoog BMX- of cruiserstuur. |
opzetsteek-sleutel |
Speciaal type steeksleutel dat gebruikt wordt met ratelsleutel of momentsleutel. Soort pedaalsleutel met een open bek. Kan worden gebruikt om een pedaal met een specifiek aanhaalmoment vast te draaien. |
stroom |
Een fundamenteel principe van elektriciteit dat de beweging of stroom van een elektrische lading beschrijft. Gelijkstroom (DC) vloeit in één richting met een constante polariteit en is de stroom die bijvoorbeeld door een AA-batterij wordt geleverd. Wisselstroom (AC) verandert van richting en spanningspolariteit, en is de stroom geleverd door huisinstallaties/energiecentrales. |
stuurdemper |
Een veer die de voorvork van een fiets met het frame verbindt om te voorkomen dat het stuur "omslaat" wanneer de fiets op de standaard staat, zodat de fiets stabiel blijft staan. |
derailleur |
Het mechanisme dat de ketting van tandwiel naar tandwiel verplaatst tijdens schakelen. |
derailleurstootbescherming |
Een metalen beugel die de derailleur beschermt tegen stoten. |
derailleur-begrenzings-schroef |
Een van de twee verstelbare schroeven die de uiterste slag van de derailleur bepalen. |
gelijkstroom |
Een fundamenteel principe van elektriciteit dat de beweging of stroom van een elektrische lading beschrijft. Gelijkstroom (DC) vloeit in één richting met een constante polariteit en is de stroom die bijvoorbeeld door een AA-batterij wordt geleverd. Zie ook "wisselstroom". |
direct-drive motor |
Een motortype zonder tandwielreductie. Deze is efficiënter bij hogere snelheden, iets trager bij het wegrijden en iets stiller tijdens het rijden. Zie ook "tandwielreductie" en "reductiemotor". |
schijfrem |
Type remsysteem dat een remklauw gebruikt om remblokken tegen de zijkanten van een remschijf te drukken om de fiets te remmen. Zie ook "velgrem," en "hydraulische rem". |
onderbuis |
De onderste framebuis tussen de balhoofdbuis en de bracketpot. |
aandrijfkant |
De zijde van de fiets waar bepaalde delen van de aandrijflijn, zoals de ketting, de derailleur en de kettingspanner zijn gemonteerd. |
aandrijflijn |
Een systeem van onderdelen dat vermogen aan de as levert. Op een fiets kan dit de ketting, vrijloop, derailleur, enz. omvatten. |
pad |
Uitsparingen aan het uiteinde van de voorvork en achtervork van een fietsframe die zijn bedoeld voor de bevestiging van de wielas. |
e-bike |
Afkorting van "elektrische fiets" - een fiets die elektriciteit uit een accu gebruikt voor de aandrijving van de fiets. |
stuntfietsen |
Rijstijl en stunts waaronder, maar niet beperkt tot sprongen, wheelies of een rijstijl die vaardigheden van de berijder of de sterkte van specifieke fietsonderdelen of verbindingen overstijgen. Stuntfietsen kan schade aan de fiets en/of ernstig/fataal persoonlijk letsel tot gevolg hebben. |
afdekplaat |
Een plaat die een apparaat of elektronica beschermt. Wordt vaak gebruikt voor het naar voren gerichte onderdeel dat ongeveer halverwege het stuur zit en aan de stuurpen wordt bevestigd om het stuur vast te zetten. Zie ook "stuurklem". |
spatbord |
Een halfronde boog van kunststof of metaal boven het wiel van een fiets die voorkomt dat water, modder en ander vuil van de banden op de berijder en bagage terechtkomt. |
spatbord-beugel |
Een lange metalen strip die dient voor bevestiging en uitlijning van het spatbord ten opzichte van het frame/achterwiel of voorvork/voorwiel. |
knippermodus |
Een knipperstand. Sommige Rad Power Bikes hebben een knop op het achterlicht om dit continu te laten knipperen, zodat de zichtbaarheid van de fiets wordt verbeterd. |
lekke band |
Een lek in de band. Zie ook "afknelling" en "inrijding". |
sluitring |
Een plat, rond stuk metaal met een gat in het midden. Gemonteerd onder de kop van een bout of schroef om de klemkracht over een groter oppervlak te verdelen. |
zijkniptang |
Een type tang met een platte snijkant aan de zijkant die wordt gebruikt om overtollige uiteinden van kabelbinders vlak boven de vergrendeling af te knippen. |
inklapbare stuurpen |
Een stuurpen die kan worden ingeklapt. De RadMini- en RadMini Step-Thru-modellen hebben een inklapbare stuurpenverlenger. |
opvouwbare stuurpen |
Een stuurpen die kan worden ingeklapt. De RadMini- en RadMini Step-Thru-modellen hebben een inklapbare stuurpenverlenger. |
voorvork |
Het voorste draaibare gedeelte van het fietsframe waaraan het voorwiel is bevestigd. |
vorkbrug |
Op fietsen met vering verbindt de vorkbrug de bovenzijde van de vorkpoten. Zie ook "voorvork" en "vorkkroon". |
vorkkroon |
Het bovenste deel van de vork waar de twee vorkpoten samenkomen en overgaan in de binnenbalhoofdbuis. Zie ook "vorkbrug" en "voorvork". |
vorkpad |
Een van de twee uitsparingen aan de onderzijde van de vork voor bevestiging van de wielas. |
frame |
Constructie van metalen buis die alle fietsonderdelen verbindt en het gewicht van de berijder draagt. |
frame-scharnier |
Het scharnier dat deel uitmaakt van het vouwmechanisme in het frame van een vouwfiets (bijv. de RadMini). Zie ook "inklapbare stuurpen". |
frame-standaard |
Een klein driehoekig metalen onderdeel onder de trapas. Het beschermt het crankstel onder bepaalde omstandigheden, zoals wanneer een RadMini wordt opgevouwen en opgeborgen. |
vrijloop |
Een mechanisme dat op de naaf wordt gemonteerd en het mogelijk maakt dat het achterwiel wordt aangedreven wanneer de berijder vooruit trapt, maar ook dat het draaiende achterwiel niet de trappers aandrijft wanneer een berijder stopt met trappen of achteruit trapt. Zie ook "cassette". |
voordrager |
Stevige constructie aan de voorkant van een fiets (standaard of als accessoire) die is ontworpen om bagage te dragen. |
tandwiel |
Een metalen schijf met tanden die aangrijpen op de ketting. |
tandwiel-reductie |
Een overbrengingstechniek waarbij een kleiner tandwiel (een reductietandwiel) met minder tanden een groter tandwiel met meer tanden aandrijft. Het aangedreven tandwiel draait daardoor met een lager toerental, maar het koppel wordt verhoogd. |
naafreductie-motor |
Een naafmotor met een tandwielreductie. Zie ook "tandwielreductie" en "reductiemotor". |
reductiemotor |
Een motortype met een ingebouwde tandwielreductie. Fietsen met dit type motor hebben meer startkoppel, starten iets sneller en efficiënter en zijn iets luider dan fietsen met een directdrive-motor. Zie ook "tandwielreductie" en "directdrive-motor". |
doorvoertule |
Een flexibele mof of ring die de doorvoer van kabels beschermt in een opening |
stuur |
De stang die de berijder vasthoudt en gebruikt om het voorwiel en de fiets te besturen. |
handvat |
De onderdelen aan de beide uiteinden van het stuur bedoeld als handgreep voor de berijder. |
stuurpen |
De verticale buis die het stuur met de voorvork verbindt. |
koplamp |
Licht aan de voorkant van een fiets of ander voertuig. Wordt gebruikt om de zichtbaarheid van de fiets te vergroten en ook om de weg voor de fiets te verlichten. |
balhoofd |
Een onderdeel in de balhoofdbuis van de fiets dat kogellagers gebruikt om de voorvork ten opzichte van het frame te kunnen draaien. |
balhoofdbuis |
Het deel van het fietsframe waarin de voorvork is gemonteerd. |
tegenwind |
Windrichting tegengesteld aan de rijrichting. |
helm |
Hoofdbescherming. Het wordt aangeraden tijdens het fietsen een fietshelm te dragen. Er gelden in diverse landen wettelijke voorschriften over het dragen van een fietshelm. |
scharnierpen |
Een ronde metalen pen waar een scharnier omheen draait. |
naaf |
De holle cilinder in het midden van een wiel. |
naafmotor |
Een motor in het midden van een wiel. In tegenstelling tot een "middenmotor". |
hydraulische rem |
Een remsysteem waarbij hydraulische vloeistof, en niet een mechanische kabel, wordt gebruikt om de remkracht van de remhendel over te brengen op de remklauw om de fiets te remmen. |
ontsteking |
Het ontsteken. Term gebruikt om het opstartproces te beschrijven van verbrandingsmotoren zoals die in de meeste auto's. Geen juiste term voor het starten van een elektrisch voertuig zoals een e-bike. Zie ook "contactslot". |
minimum insteek |
In de context van fietsen verwijst "minimum insteek" naar hoe ver een onderdeel in een ander onderdeel wordt gestoken (bijv. hoe diep de zadelpen in de zitbuis wordt gestoken). Als er een grens is aan hoe ver een ingestoken component veilig kan worden uitgeschoven uit een andere component, wordt dit aangegeven op het betreffende component met "minimum insertion point". De markering "minimum insertion point" mag nooit zichtbaar zijn na afstelling en bevestiging van de betreffende component. |
derailleur-wieltje |
De twee geleidewieltjes onder de derailleur bij het achterwiel die de speling van de fietsketting compenseren en er een S-vorm ontstaat in de ketting. |
contactslot |
De slotcilinder op de accu, waarin de sleutel moet worden gestoken. |
standaard |
Een uitklapbare metalen stang (of stangen) die kan worden gebruikt om een geparkeerde fiets op te laten steunen. |
LCD-display |
Het display op de meeste modellen, waarop verschillende fiets- en ritdetails worden weergegeven. |
LCD-display-bediening |
De afstandsbediening aan de linkerkant van het stuur waarmee de rijder de diverse functies op het LCD-display kan bedienen (bijv. trapondersteuningsniveau aanpassen of de koplamp inschakelen). |
loodzuuraccu |
Een oudere, zwaardere accutechnologie die wordt gebruikt in oude elektrische voertuigen (niet gebruikt in Rad Power Bikes). |
LED |
Een acroniem voor "light-emitting diode". Rad Power Bikes gebruikt deze technologie in het achterlicht, de koplamp en het led-display. Zie ook "led-display". |
led-display |
Een display op sommige modellen dat verschillende fietsparameters laat zien. Zie ook "led". |
lithium-ion accu |
Een geavanceerde technologie voor oplaadbare accu's met een hoge energiedichtheid (veel capaciteit in een compacte accu), zonder geheugeneffect (de accu raakt niet beschadigd bij veelvuldig gebruik/opladen), en een lage zelfontlading (de accu behoudt zijn lading wanneer hij niet wordt gebruikt). |
slotbeugel |
Bevestigingsbeugel voor een slot. |
borgpen |
Pen van een borgmechanisme |
zelfborgende moer |
Een moer die speciaal is ontworpen om niet los te lopen door trillingen. |
blokkeer-hendel |
Gemonteerd op sommige geveerde voorvorken. De blokkeerhendel kan de vering van de vork "blokkeren" zodat deze geen schokken verwerkt. Dit kan het trapeffect efficiënter maken, maar het fietsen gaat veel hobbeliger aanvoelen. |
borgring |
Een ring met een opening en inwendige schroefdraad die als een contramoer voorkomt dat de stelbouten van de remkabels of andere componenten verlopen. |
mechanische rem |
Een remsysteem waarbij de remkracht wordt overgebracht door een kabelmechanisme. |
mechanische schijfrem |
Een schijfremsysteem waarbij de remkracht wordt overgebracht door een kabelmechanisme. |
metalen bevestigings-lip |
Lip, gemaakt van metaal, ontworpen om de montage te vergemakkelijken. Vergelijkbaar met een kleine beugel. |
middenmotor |
Een motor in het midden van een fiets, meestal tussen de pedalen. In tegenstelling tot "naafmotor". |
middelhoge instap |
Fietsframe met een bovenbuis die vrij laag is of die vanaf de balhoofdbuis naar het midden van de zitbuis afloopt. Makkelijker opstap dan bij een hoge instap, vooral voor mensen die korter zijn dan gemiddeld, omdat dit frame een lagere standoverhoogte heeft dan een hoog-instapframe. In tegenstelling tot "hoge instap" en "lage instap". |
bromfiets |
Een 2-wielig motorvoertuig met een laag vermogen dat ook uitgerust kan zijn met pedalen; wordt beschouwd als een motorvoertuig waarvoor een bromfietscertificaat, verzekering en overige eisen gelden, die per land verschillen. |
motor-uitschakeling |
Een functie die alle stroom naar de motor uitschakelt als een remhendel wordt ingeknepen. |
aandrijfmotorunit |
Algemene term voor de motor en de onderdelen (hardware, elektrisch) die de motor verbinden met de fiets en zijn elektrisch systeem. |
hall-fout motor |
Een type fout dat te maken heeft met bedrading in de motor of de communicatie van de motor met andere fietsonderdelen. |
bevestigings-arm |
Een langer stuk metaal, waarmee een onderdeel aan een ander onderdeel is bevestigd of dat het onderdeel op zijn plaats houdt. Zie ook "spatbordbeugel". |
bevestigings-bout |
Een bout die dient voor bevestiging van een onderdeel. |
montage-voorbereiding |
Een voorbereide opening om iets in te bevestigen. Veel bagagedragers voor Rad Power Bikes zijn voorzien van een montagevoorbereiding die geschikt is voor een Thule Yepp Maxi-kinderzitje. |
punttang |
Type tang met een lange, taps toelopende bek met spitse punten, vaak gebruikt voor het vastgrijpen van kleine voorwerpen. |
kilometerteller |
Een instrument dat de afgelegde afstand meet. Modellen met een LCD-display hebben een kilometerteller die de totale afstand aangeeft die met die fiets is afgelegd. In tegenstelling tot "dagteller". |
ohm |
Eenheid van elektrische weerstand. |
fietstas |
Een tas die aan een bagagedrager kan worden bevestigd om bagage te vervoeren. |
PAS |
Afkorting van "pedal assist system," (trapondersteuningssysteem) dat, na instelling op het display, het motorvermogen regelt op basis van de trapbeweging van de berijder. |
belading |
Het gewicht dat door een product wordt gedragen exclusief het gewicht van het product zelf. |
draag-vermogen |
Het maximum gewicht dat een product veilig kan dragen (exclusief het gewicht van het product zelf). Het draagvermogen van een fiets is afhankelijke van de gewichtsverdeling. Zie de handleiding van je fiets voor meer informatie. |
pedaal |
De onderdelen waar een fietser zijn voeten opzet en vervolgens rondtrapt om de fiets voort te bewegen. |
traponder-steuning |
Een systeem dat de hulpkracht van de motor regelt op basis van de trapbeweging van de berijder. |
PAS-sensor voor trap-ondersteuning |
Het elektronische instrument dat wordt gebruikt om de trapbeweging van een fietser te detecteren. Zie ook "trapondersteuning". |
pedaalsleutel |
Een aangepaste steeksleutel gebruikt voor het los-/vastdraaien van pedalen. Dunner dan normale steeksleutel om in de nauwe ruimte tussen pedaal en crank te passen. Zie ook "opzetsteeksleutel". |
Phillips-kruis-kopschroeven-draaier |
Een schroevendraaier voor Phillips- of PH-kruiskopschroeven met een enkel kruis |
afknelling |
Een soort lekke band die wordt veroorzaakt doordat de binnenband tussen de velgrand van het wiel en een harde ondergrond wordt afgekneld. Dit is waarschijnlijker als de banden zachter dan de aanbevolen bandenspanning zijn opgepompt. Bij het herstellen van dit type lek, kan het beschadigde deel van de binnenband een of twee parallelle scheuren vertonen. |
luchtvering |
Type veer of schokdemper dat luchtdruk gebruikt voor de schokdemping. |
luchtband |
Een type band dat met lucht moet worden opgepompt tot de spanning die op de zijwang van de band staat vermeld. |
vermogen |
De hoeveelheid energie uitgedrukt in Watt, die per tijdseenheid wordt afgegeven/omgezet. |
aan/uit-knop |
Schakelaar die de elektrische voeding in- of uitgeschakeld. |
voorspan-afstelknop |
Op sommige fietsen met een geveerde voorvork zit een afstelknop voor de voorspanning: een mechanisme waarmee de stugheid van de vering kan worden ingesteld tussen zacht en hard. Zie ook "blokkeerhendel" en de gebruikershandleiding voor meer informatie. |
programmeer-kabel |
Een kabel/dongle bij de bracketpot die wordt gebruikt om de regeleenheid te programmeren tijdens de fabricage. |
inrijding |
Een soort lekke band veroorzaakt door een scherp voorwerp dat door de buitenband in de binnenband steekt. Typische oorzaken zijn doornen, scherpe stenen, gebroken glas, spijkers en andere scherpe voorwerpen. Anti-leklagen kunnen de kans op lekke banden verkleinen, maar deze niet in alle situaties voorkomen. |
snelspanner |
Een hendel waarmee onderdelen, zoals de zadelpen en het voorwiel, zonder gereedschap kunnen worden afgesteld of verwijderd. |
snelspan-hendel |
Een hendel en metalen as die in de voorwielnaaf is gemonteerd en waarmee het voorwiel zonder gereedschap kan worden verwijderd. |
bagagedrager |
Een stevige draagconstructie op een fiets die wordt gebruikt voor het vervoeren van bagage en in sommige gevallen passagiers. |
ratelsleutel |
Een type sleutel met een ratelmechanisme, waardoor het mogelijk wordt om een bevestigingselement los of vast te draaien zonder de sleutel steeds van de boutkop of moer te hoeven nemen. |
achterdrager |
Een bagagedrager aan de achterzijde van de fiets boven het achterwiel. Te gebruiken voor het vervoer van bagage en in sommige gevallen passagiers. |
reflector |
Een onderdeel dat het licht van een lichtbron weerkaatst. Wordt gebruikt op fietsen om de zichtbaarheid van de fiets te vergroten, moet te allen tijde bevestigd en zichtbaar zijn en is wettelijk verplicht. |
regeneratief remmen |
Een methode om een deel van de remenergie op te vangen, om te zetten en terug te leveren aan de accu. |
reparatie-standaard |
Een hulpstuk dat is ontworpen om een fiets los van de grond vast te zetten voor onderhoud. |
weerstand of rolweerstand |
De tegenkracht of weerstand tegen de beweging van een wiel op een ondergrond. Alle wielen zullen uiteindelijk vertragen door weerstand van bewegende delen tegen elkaar. |
velg |
De metalen ring waarop de band is gemonteerd en die door gespannen spaken met de naaf is verbonden. |
velgrem |
Een type remsysteem dat een schaarmechanisme gebruikt om wrijvingsmateriaal tegen de velgrand te drukken om het wiel af te remmen. Wordt niet gebruikt op Rad Power Bikes. In tegenstelling tot "schijfrem". |
velglint |
Een strook materiaal in de velg die de binnenband beschermt tegen beschadiging door de spaaknippels. |
spanstift |
Holle veerbus in een gat van een onderdeel voor het spelingsvrij borgen. |
autoventiel (Schrader) |
Een type ventiel van een fietsband (autobandventiel) |
zadel |
Het onderdeel op een fiets dat het grootste deel van het gewicht van een berijder draagt. |
zadelklembout |
Een bevestigingsbout van de verstelbare klem onder het zadel. |
zadelbevestig-ingsbout |
Een bout waarmee het zadel aan de zadelpen is bevestigd. |
zitbuis |
De buis van het frame waarin de zadelpen is gestoken. |
zadelpen |
De lange metalen pijp tussen de zitbuis en het zadel. |
staande achtervork |
Het gedeelte van het frame tussen de bovenzijde van de zitbuis en het uiteinde van de liggende achtervork. |
achtervork-mannetje |
Deel van het fietsframe waar de twee zijden van de staande achtervork samenkomen, meestal in een boog, net boven het achterwiel. |
zelfklevend |
Als toevoeging aan een onderdeel, waarop een lijmlaag is aangebracht (meestal bedekt met een strook folie die gemakkelijk kan worden verwijderd op het moment dat het onderdeel gemonteerd moet worden). |
stelschroef |
Een kleine schroef die wordt gebruikt voor het afstellen van onderdelen, zoals remklauwen en remhendels. |
schacht (boutschacht) |
De schacht van een bevestigingselement (schroef of bout) is het gehele gedeelte onder de kop. |
schakelen |
Het kiezen van een andere versnelling. Zie "versnellingen". |
versteller |
Een hendel of draaigreep op het stuur die wordt gebruikt om te schakelen. |
fiets zonder versnellingen |
Een fiets met slechts één overbrengingsverhouding. |
beschermplaat |
Een vlakke plaat bedoeld als bescherming tegen het schuren over een oppervlak. Op een fiets kan een beschermplaat zijn gemonteerd onder kwetsbare onderdelen als bescherming tegen contact met obstakels tijdens terreinrijden (stenen, kuilen enz.). |
veerring |
Een onderbroken ring waarvan de uiteinden iets versprongen zijn gebogen. Wordt ook wel "borgring" genoemd. |
spaak |
Een van de vele metalen staven die de velg verbinden met de naaf van een fietswiel. |
binnenbal-hoofdbuis |
Het bovenste deel van de voorvork dat in de balhoofdbuis gaat en wordt bevestigd met de balhoofdlagers en aan de stuurpen om sturen mogelijk te maken. |
stuurpen |
De verticale buis die het stuur verbindt met de binnenbalhoofdbuis van de voorvork. |
stuurpenhoek |
De hoek van de stuurpen ten opzichte van de balhoofdbuis. |
stuurpenklem-bouten |
Bouten waarmee de stuurpen op sommige fietsen direct aan de binnenbalhoofdbuis is bevestigd. Bij fietsen met een stuurpenverlenger, klemmen de bouten de stuurpen aan de verlenger. |
stuurklem |
Een klem die wordt gebruikt om het stuur aan de stuurpen te bevestigen. Zie ook "afdekplaat". |
opklapbaar stuurpen-mechanisme |
Het gehele inklapmechanisme van een inklapbare stuurpen. |
stuurpen-verlenger |
Component dat de stuurpen aan de binnenbalhoofdbuis bevestigt. Niet aanwezig bij alle fietsontwerpen. |
stuurpen-verlenger-klembouten |
Bouten die de stuurpenverlenger aan de binnenbalhoofdbuis bevestigen. |
lage instap |
Een frameontwerp dat door het verlaagde frame de berijder in staat stelt voor het zadel langs op te stappen in plaats van een been over het zadel/de achterkant van de fiets te zwaaien. |
uitlubbering |
Beschadiging van een bout- of schroefkop wanneer het gereedschap tijdens het draaien uit de kop glijdt en de opening waarin het gereedschap moet passen, te ruim wordt. Geldt meestal voor een inbusbout wanneer de sleutel niet volledig in de boutkop is gestoken, er niet genoeg druk wordt uitgeoefend op de bout om een goede pasvorm te behouden, te snel wordt geprobeerd te draaien of het verkeerde gereedschap of de verkeerde maat wordt gebruikt. Een uitgelubberde boutkop kan soms niet of zeer moeilijk worden verwijderd en er kan speciaal gereedschap nodig zijn om de beschadigde bout los te draaien. |
uitgelubberde boutkop |
Een boutkop waarvan de aandrijfvlakken zijn beschadigd doordat het gereedschap uit de holte glijdt en de maat vervormt zodat deze niet langer gemakkelijk door het gereedschap kan worden gedraaid. |
geveerde vork |
Een voorvork met ingebouwde schokdemping. Zie ook "voorvork" en je gebruikershandleiding. |
geveerde zadelpen |
Een zadelpen met ingebouwde schokdemping. |
achterlicht |
Een licht aan de achterkant van een voertuig dat de zichtbaarheid van het voertuig vergroot. |
telescopische zadelpen |
Een zadelpen die uit meer dan één sectie bestaat, waarbij de ene in de andere sectie kan schuiven. Biedt een groter bereik voor de hoogteverstelling. |
aansluitcontact |
Een van de vele contactpunten waardoor stroom loopt van een accu naar het apparaat dat accuvermogen gebruikt. |
los-/vast-schroeven |
De draaibeweging om een element met schroefdraad (bout, schroef enz.) in een ander element met schroefdraad te monteren. |
schroefdraad |
Met schroefbevestiging (spiraalgroeven die worden gebruikt voor bevestiging) |
schroefdraad-borgmiddel |
Vloeistof aangebracht op schroefdraad om de weerstand tegen loslopen door trillingen te vergroten. |
draad |
De spiraalvormige groeven op een bevestigingselement (zoals een schroef of bout). |
kartelmoer |
Een type moer dat ontworpen is om met de hand te worden los-/vastgedraaid. |
buitenband |
Het ronde rubber/fiber omhulsel voor de binnenband dat aansluit op de velg en waar de wielen op rollen. |
bandhiel |
Een op de rand van de band aangebrachte ribbel die de band op de velg klemt wanneer de binnenband wordt opgepompt. |
bandwang |
De zijkant van een band, die zorgt voor zijdelingse stabiliteit en die helpt het karkas van de buitenband en de binnenband te beschermen. |
topcap |
Kap die de bout afdekt en beschermt, waarmee de stuurpen aan de binnenbalhoofdbuis is bevestigd. |
topcapbout |
Bout waarmee de stuurpen aan het balhoofd/de binnenbalhoofdbuis in de balhoofdbuis wordt bevestigd. Genaamd de "topcap"-bout omdat deze door de bovenste dop gaat, die de balhoofdbuis en de inwendige onderdelen afdicht tegen de elementen. |
topcapboutdop |
Kleine dop (meestal in de vorm van een flexibele plug) die de kop van de topcapbout afdekt en beschermt, omdat de bout anders blootgesteld in het midden van de topcap zit. |
bovenbuis |
Het gedeelte van het fietsframe dat de balhoofdbuis met de zitbuis verbindt. Bij frames met lage instap ontbreekt de bovenbuis en is een extra robuuste onderbuis toegepast. |
aanhaal-moment |
Een rotatiekracht. Wordt gebruikt als maat om bevestigingselementen met een specifieke kracht vast te draaien. |
vastdraaien met aanhaal-moment |
Vastdraaien met een voorgeschreven kracht m.b.v. een momentsleutel. |
reactiearm |
Een stuk metaal dat de torsiekracht van een naafmotor opneemt als de motor van stroom wordt voorzien. Zie ook "reactiering". |
aanhaal-moment |
Een specifieke hoeveelheid rotatiekracht, doorgaans gemeten in "Newtonmeter" (Nm). |
reactiering |
Een type asymmetrische sluitring met een uitstekende nok die helpt de koppelkracht tussen de as en het frame te weerstaan. Zie ook "reactiearm". |
momentsleutel |
Een stuk gereedschap dat wordt gebruikt om een specifiek moment (rotatiekracht) uit te oefenen op een bevestigingselement zoals een moer of bout. |
loopvlak |
Het deel van de band dat is ontworpen om in contact te komen met het wegdek (of een andere ondergrond). |
trike |
Een voertuig met drie wielen. |
dagteller |
Een functie die de afstand afgelegd binnen een bepaald tijdsinterval weergeeft. |
gericht |
Beschrijft een draaiend onderdeel, zoals een wiel, dat recht draait, zonder slag. Zie ook "richten" en "slag". |
richten |
Het proces van het aanpassen van een draaiend onderdeel (zoals een wiel of remschijf) zodat het recht draait zonder slingering. Zie ook "gericht" en "slag". |
binnenband |
Opblaasbaar, meestal rubberen slang die lucht in de band houdt. Bij racefietsen ook wel "tube" genoemd |
twist power assist |
Een onderdeel op het stuur waarmee de berijder tijdens het trappen handmatig extra vermogen van de motor en accu kan oproepen. Zie ook "gashendel". |
Universal Serial Bus |
Een verbindingsprotocol voor veel computers, mobiele telefoons en andere elektronica. |
slag |
De afwijking in de rechte loop van een draaiend onderdeel. Zie ook "gericht" en "richten". |
volt |
Afgekort "V". De eenheid van elektrische spanning of het potentiaalverschil dat wordt afgeleid van een stroom van één ampère door een weerstand van één ohm. |
spanning |
Een fundamenteel principe van elektriciteit dat het elektrische potentiaalverschil aangeeft. |
loophulp |
Een functie waarmee de berijder naast de fiets kan lopen en de fiets naar voren kan laten rijden met hulp van de motor. Zie de handleiding voor meer informatie. |
ring |
Platte, ronde schijf met een gat in het midden, geplaatst onder een bout, schroef of moer om de klemkracht van het bevestigingselement over een groter oppervlak te verdelen. |
watt |
Eenheid van vermogen. |
watt/uur |
Een meeteenheid voor energieverbruik die wordt gebruikt om de accucapaciteit te beschrijven. |
vermogens-meter |
Een instrument om elektrisch vermogen te meten. |
wiel |
Het gedeelte van een fiets dat de velg, spaken en naaf omvat. Kan ook de motor, cassette of freewheel, binnenband en buitenband omvatten. |
jasbeschermer |
Een afscherming die aan beide zijden naast een wiel kan worden geïnstalleerd om het wiel (of een passagier) te beschermen tegen schade of letsel. |
vleugelmoer |
Een moer die is ontworpen om met de hand (zonder gereedschap) te worden vastgedraaid. |
kabelboom |
Een bundel elektrische kabels samengebonden door duurzaam materiaal (mantel) om de ruimte te optimaliseren en montage en onderhoud te vergemakkelijken. |
kabelboom-stekker |
De grote stekker, meestal in de buurt van de regeleenheid of in de onderbuis, die de kabelboom met de regeleenheid verbindt. |